Begeeft burgemeester Halsema zich op glad ijs met excuses voor de Amsterdamse rol bij de slavernij? Dat betoogde Hans Siebers, maar zijn argumenten snijden geen hout, meent Marisa Monsanto.
Gelukkig. Hans Siebers vindt dat het leed dat totslaafgemaakten en hun nazaten is toegebracht, dient te worden erkend. Hij ziet ook dat discriminatie door (witte) medeburgers en de overheid moet worden aangepakt. Maar Siebers voert een betoog met argumenten die ik wil betwisten.
Burgemeester Halsema had geen excuses moeten aanbieden voor de op winstbejag gerichte rol van de stad Amsterdam in de slavernij, betoogt Siebers. Zij mist namelijk een nuance. Omdat slavernij in grote delen van de wereld normaal was, vindt Siebers dat het geen misdaad tegen de menselijkheid kan zijn. Een bijzondere redenering. Alsof dit ‘argument’ ook maar iets uitmaakt voor het leed van de totslaafgemaakten en hun nazaten.
Norm van de daders
Zo wordt bovendien de norm gebruikt van (nazaten van) degenen die de misdaad hebben begaan, waardoor nooit iemand verantwoordelijkheid zou hoeven te erkennen. Maar als op een dergelijk grote schaal zulke ernstige misdaden worden gepleegd, moet de norm altijd van buiten komen. Van landen of organisaties die een andere norm hanteren, of door een volgende generatie die anders over de geschiedenis oordeelt.
Halsema is volgens Siebers ‘buitengewoon tegenstrijdig’. Hij vindt dat de burgemeester als vertegenwoordiger van de stad hoe dan ook spreekt namens alle burgers, en daarmee toch de schuld bij de Amsterdammers legt. Dat is natuurlijk onzin. Daarvoor hebben we de figuur van de rechtsopvolging. Als bijvoorbeeld Shell onder leiding van een vroegere president-directeur milieuwandaden pleegt in Nigeria, kan het bedrijf toch voor de rechter worden gesleept en veroordeeld (uitspraak 29 januari 2021). Een onlangs aangenomen onderhoudsmonteur in Pernis, met zijn gezinnetje en zijn hypotheek, is zelf niet schuldig, al siert het hem wel als hij zich een béétje schaamt voor het gedrag van zijn hoogste baas.
En dan pleiten burgemeesters van vier grote gemeenten ook nog voor een nationale herdenking van de afschaffing van de slavernij. Siebers betoogt dat aandacht voor het slavernijverleden in onderwijs en in de canon discriminatie nog niet heeft kunnen bestrijden en juist afleidt van de werkelijke oorzaken ervan. Bovendien ziet hij ‘geen enkel bewijs dat het slavernijverleden ook maar enig verband houdt met hedendaagse discriminatie’. Dit nu is werkelijk naïef. Dat in het geschiedeniscurriculum nu eindelijk sinds kort enkele correcties zijn aangebracht, wil nog niet zeggen dat decennia van historische zelfverheerlijking (‘Gouden Eeuw’) daarmee uit het maatschappelijke zelfbeeld zijn verdwenen.
Gestold kolonialisme
Aandacht voor óns slavernijverleden is dus wel degelijk nodig. Veel mensen begrijpen niet hoe koloniale verhoudingen zijn gestold in onze hedendaagse maatschappij. Anderen willen de keerzijde van hun geschiedenis niet zien. Zo komen we niet in de buurt van een samenleving die discriminatie en racisme uitbant – iets wat Siebers juist ook wil. Dit is des te pijnlijker omdat hij met zijn eenzijdige perspectief op de geschiedenis en op het heden, als universitair hoofddocent jonge mensen opleidt.
De korte uitleg van wat het slavernijverleden met hedendaags racisme te maken heeft, is dit – en ik probeer het zo zorgvuldig mogelijk te zeggen. Volkeren die eeuwenlang op avontuur en rooftocht door de wereld andere volken hebben gekoloniseerd, geknecht, uitgebuit, verhandeld en mishandeld, hebben dat gedaan vanuit één overtuiging: de ontkenning van de menselijkheid van anderen en de waan van de eigen voortreffelijkheid. Deze witte West-Europese overtuiging heeft de wereld zoals we die nu kennen, gevormd.
Koloniale verhoudingen die zoveel eeuwen de geschiedenis hebben bepaald, zijn niet in de eerste twee decennia van de 21ste eeuw als sneeuw voor de zon verdwenen. Bewuste of onbewuste geïnternaliseerde beelden zijn nog verankerd in maatschappelijke systemen en sturen nog steeds menselijk gedrag. Zo zijn zij oorzaken van discriminatie en racisme, zoals ook (on)bewuste sekse-patronen nog steeds oorzaak zijn van misogynie en seksisme.
Oorzaken leren kennen
Gelukkig zien steeds meer mensen de werking van deze mechanismen in onze maatschappij, en begrijpen zij dat een nationale herdenkingsdag zal helpen de oorzaken van discriminatie te leren kennen en die bewustwording van deze mechanismen te vergroten. Niet om mensen tegen elkaar op te zetten, maar juist om iedereen in vrede en gelijkwaardigheid met elkaar te laten leven.
Om te begrijpen dat mensen opkomen voor gelijke kansen en respect in een samenleving waarin zij leven, wonen en belasting betalen. Dat zij opkomen voor hun recht om te worden gezien en behandeld als medemens. Dat is in ieders belang.
Marisa Monsanto is voorzitter van de stichting Theater voor Keti Koti.